Nu Eveline gisteren de laatste fysieke werkdag op kantoor had voor haar zwangerschapsverlof was het ‘s avonds tijd voor wat contemplatie. Naast natuurlijk het namen verzinnen en de dagelijkse gesprekken over de kinderen kwamen we er ook op hoe we eigenlijk ooit zo ‘fundamentalistisch’ waren geworden (om in de termen van een collega van Diederik te spreken).
En terugdenkend kwamen we er toch wel op dat de komst van een kind daarin een heel belangrijke drijfveer is geweest. Op zich waren we altijd al wel aan het opletten met afval en geen overbodige dingen kopen, maar eerlijk is eerlijk, ook wij hebben voor ons 30e de nodige onzuinige auto- (Diederik) en vliegtuigkilometers (Eveline) gemaakt. Net als veel andere jonge mensen hadden we een enorme drang om dingen te ontdekken en uit te proberen. En aangezien beginjaren 2000 vliegen naar de meest geweldige exotische bestemmingen bizar goedkoop was opeens, en vrijwel niemand zich over al te veel klimaatissues druk maakte was het wel erg verleidelijk om al die vrienden die je in het buitenland hebt leren kennen op te zoeken en lekker zonder kinderen de wereld rond te reizen.
Totdat we elkaar rond ons 30e tegenkwamen. Evelines moeder had toch echt gelijk: rond je 30e kom je tot rust en hoeft het niet zo nodig meer. We begonnen te settelen, zochten een leuk huis en dachten na over kinderen. En bezig zijn met toekomstige generaties doet toch iets met een mens. Het triggert een bepaald soort verantwoordelijkheidsbesef. Opeens ga je nadenken over wat je eet en wat daar voor stoffen in zitten. Zijn die wel goed voor de baby? En als het antwoord nee is, waarom zou het dan wel OK zijn voor volwassenen? En wat is de invloed van die stoffen op het milieu? Wat doen ze met de aarde die je vervolgens voor die kinderen (en wie weet later kleinkinderen) achterlaat? En zo gingen we het hele rijtje af. Voeding, cosmetica, mobiliteit, meubels, schoonmaakmiddelen, etc.
Er bleef weinig over van de spullen die we eerst gebruikten. Het biologische groentepakket uit de Hoeksche Waard verscheen als eerste. In herbruikbare kartonnen dozen, zonder overbodig verpakkingsmateriaal. Al snel gaat de reguliere supermarkt je dan tegenstaan. Ook omdat blijkt dat je minstens 80% helemaal niet nodig hebt om gezond te kunnen leven.
Daarna waren de cosmetica aan de beurt. Diederik had ergens allerlei rapporten gevonden van Scandinavische consumentenorganisaties over de schadelijkheid van stoffen die gebruikt worden in de meeste cosmetica. Had de meneer van het reformhuis dus toch gelijk met zijn stelling dat je niets op je vel moet smeren wat je ook niet zou durven opeten… Dus exit cosmetica. Sindsdien overigens veel mooiere huid gekregen, dus het werkt nog ook.
We hadden een tijdje (geleased vanuit het werk) een mooie sjoemeldiesel. Nooit gesnapt waarom dat een goedkopere optie was, want we vonden hem nooit zuinig. Totdat we een keer een road trip naar Turkije maakten en erachter kwamen dat je inderdaad bizar ver kon rijden op een volle tank als je niet harder ging dan 80. Het hele stuk van Boekarest naar Istanbul kostte 1 streepje op de teller. Maar goed, toen er van werk gewisseld werd wilden we toch eens nagaan welke auto nou op dat moment het duurzaamst was. En hoewel we het op dat moment niet de meest coole auto vonden (eerlijk gezegd een beetje een oude mensen ding) kwamen we toch uit op een Prius. Vooral ook toen het kostenplaatje bijbehorend gunstig uitpakte.
Tsja, en toen hadden we het te pakken. De hele baby uitzet was tweedehands. Behalve de bamboeluiers, want die had niemand in de vriendenkring ooit gebruikt. We werden ook een beetje meewarig aangekeken met dat plan en men vroeg zich spottend af hoe lang we dat gingen volhouden. Nou, lang dus. Want dat luierpakket van €800 gaat nu zijn 3e kind (zelfs 4e, want tussendoor nog uitgeleend) tegemoet en doet het nog prima. Zonder bergen afval.
En als je eenmaal een tijdje bezig bent ga je je bij steeds meer vanzelfsprekendheden afvragen waarom dat vanzelfsprekend is en hoe het ook anders kan. Vandaar ook de uitdaging die we afgelopen jaar wilden aangaan met geen nieuwe dingen kopen. Ook hierdoor weer een hele nieuwe kijk gegeven op wat ‘nodig’ is.
En ja, vergeleken met een hoop anderen zijn we misschien wel wat ‘fundamentalistisch’ daarin. Maar daar zijn we ook niet van de ene op de andere dag gekomen. Soms vragen we onszelf ook wel eens grappend af of we straks helemaal geen verwarming meer aanzetten maar met de hele familie in Noorse wollen truien op de bank zitten (wel 2e hands natuurlijk), maar zover zijn we nu nog niet. We zijn gewoon blij met de kleine stappen die we zetten en al gezet hebben en de bijdrage die dat levert aan een duurzamere aarde voor Quinten, Elisa en de nieuwe telg en alle andere kinderen.